Een Cursus
In Wonderen

Geautoriseerde Online Editie
Werkboek

LES 56

Onze herhaling voor vandaag omvat het volgende:

1. 1(26) Mijn aanvalgedachten zijn een aanval op mijn onkwetsbaarheid.

2Hoe kan ik weten wie ik ben wanneer ik mezelf voortdurend aangevallen zie? 3Pijn, ziekte, verlies, ouderdom en dood lijken me te bedreigen. 4Al mijn hoop, al mijn wensen en plannen lijken overgeleverd aan de genade van een wereld waarover ik geen controle heb. 5Toch zijn volmaakte veiligheid en volledige vervulling mijn erfgoed. 6Ik heb geprobeerd mijn erfgoed weg te geven in ruil voor de wereld die ik zie. 7Maar God heeft mijn erfgoed veilig voor mij bewaard. 8Mijn eigen werkelijke gedachten zullen mij leren wat het is.

2. 1(27) Ik wil niets liever dan zien.

2Omdat ik inzie dat wat ik zie een weerspiegeling is van wat ik denk te zijn, besef ik dat visie mijn grootste behoefte is. 3De wereld die ik zie, getuigt van het angstwekkende karakter van het zelfbeeld dat ik heb gevormd. 4Als ik mij herinneren wil wie ik ben, is het noodzakelijk dat ik dit beeld van mezelf laat gaan. 5Wanneer dit door de waarheid wordt vervangen, zal visie mij zeker worden geschonken. 6En met deze visie zal ik met mildheid en liefde de wereld en mezelf beschouwen.

3. 1(28) Ik wil niets liever dan anders zien.

2De wereld die ik zie, houdt mijn angstwekkende zelfbeeld in stand en garandeert de voortzetting ervan. 3Zolang ik de wereld zie zoals ik die nu zie, kan de waarheid niet tot mijn bewustzijn doordringen. 4Ik wil graag dat de deur achter deze wereld voor mij geopend wordt, zodat ik daarachter de wereld kan zien die een weerspiegeling is van de Liefde van God.

4. 1(29) God is in alles wat ik zie.

2Achter elk beeld dat ik heb gevormd, blijft de waarheid onveranderd. 3Achter elke sluier die ik neergelaten heb over het gelaat van de liefde, blijft het licht daarvan ongetemperd. 4Achter al mijn waanzinnige wensen ligt mijn wil, verenigd met de Wil van mijn Vader. 5God is nog altijd en voorgoed overal en in alles. 6En wij die deel zijn van Hem, zullen uiteindelijk voorbijzien aan alle verschijningsvormen en de waarheid herkennen achter elk.

5. 1(30) God is in alles wat ik zie, want God is in mijn denkgeest.

2In mijn eigen denkgeest, achter al mijn waanzinnige gedachten van afscheiding en aanval, ligt de kennis dat alles eeuwig één is. 3De kennis van Wie ik ben, heb ik niet verloren door die te vergeten. 4Ze is voor mij bewaard in de Denkgeest van God, die Zijn Gedachten niet verlaten heeft. 5En ik, die daartoe behoor, ben één daarmee en één met Hem.